Leonie Jonker over telemonitoring bij 65-plussers: vijf praktische handreikingen

Arts-assistent chirurgie en promovenda Leonie Jonker was als onderzoeker vanuit het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) betrokken bij het Europese project Connecare. Dit project richtte zich op chronische zorg bij kwetsbare patiënten. In dat kader onderzocht zij telemonitoring bij een groep 65-plussers die oncologische chirurgie moest ondergaan in het UMCG.

Hieronder meer over haar onderzoek, de bevindingen en de raakvlakken met Citrienprogramma e-health.

4 jan '21 | Research, Telemedicine, UMCG

Het betrof een studie naar telemonitoring bij oudere patiënten in het kader van oncologische chirurgie. Deze kwetsbare groep komt na een operatie vaak in de problemen bij thuiskomst, vanwege complicaties die dan nog kunnen optreden. Daarmee hangt samen dat de opnameduur na een operatie tegenwoordig korter is dan voorheen. De ondersteuning thuis is minder intensief als in het ziekenhuis. Het is daarom nog belangrijker dat patiënten in goede conditie aan hun behandeltraject beginnen en dat hun gezondheid na de operatie, ook thuis, goed in de gaten wordt gehouden.

In het onderzoek van Leonie Jonker, werd het activiteitsniveau van patiënten voor en na de operatie gemonitord met een fitbit. Gebleken is dat de patiënten die drie maanden na hun operatie alweer op hun oude activiteitsniveau zaten, ook voor de operatie het meest actief waren. Daarnaast werden thuis de lichaamstemperatuur, bloeddruk, hartslag en het gewicht gemeten en werden er vragenlijsten afgenomen. Op die manier konden eventuele complicaties of problemen in een vroegtijdig stadium gedetecteerd worden.  

Leonie Jonker vindt ouderen een interessante doelgroep. Bij deze groep is het heel boeiend om de haalbaarheid van e-health toepassingen te onderzoeken. In haar promotieonderzoek heeft zij aandacht besteed aan het motiveren van ouderen tot het gebruik van de beschikbare innovatieve technieken. Een goede uitleg, vertrouwen en hulp op praktisch vlak bleken daarbij van cruciaal belang. Een opvallend detail was dat ouderen de instructies voor e-health heel graag op papier wilden ontvangen. Eenmaal vertrouwd met de techniek pasten ze het evenwel enthousiast en vaardig toe. De meeste patiënten gaven aan het leerzaam en leuk te vinden om gebruik te maken van telemonitoring. In de resultaten was tevens terug te zien dat persoonlijke aandacht en het meten van fysieke activiteit, patiënten stimuleerden om fitter te worden.  De projectmanager speelde in dit geheel een belangrijke rol als vraagbaak en hulp bij technische problemen.

Op basis van haar bevindingen kan Leonie Jonker een aantal praktische handreikingen doen voor de implementatie van ICT-toepassingen bij ouderen:

  1. Beperk je tot één systeem. Vooral voor ouderen wordt telemonitoring ingewikkeld als er per parameter een ander systeem wordt gebruikt. Een slimme pleister die gelijk alle vitale functies meet, zoals gebruikt wordt in het project Telemonitoring vitale functies,  zou daarvoor een goede oplossing kunnen zijn.
  2. Wijs per patiënt  een sleutelfiguur toe voor de klinische kant en de technische kant en laat beide partijen goed met elkaar samenwerken.
  3. Een tablet werkt bij 65-plussers beter dan een smartphone. Ten eerste zijn de iconen groter en ten tweede is het makkelijker omdat data minder vaak gesynchroniseerd worden.
  4. Integreer telemonitoring in het zorgsysteem. Aan telemonitoring moeten wel concrete acties gekoppeld worden, anders wekt het valse verwachtingen bij een patiënt  en heeft de interventie weinig klinische waarde.
  5. Verlaag de drempel bij ouderen om deel te nemen. Slechts 50% van de ouderen wilde deelnemen aan het onderzoek. Soms had dit te maken met de zwaarte van hun klachten en mentale belastbaarheid. Er was echter ook een groep patiënten die eenvoudigweg niet kon participeren omdat ze geen internet had of zich niet adequaat genoeg voelde om gebruik te maken van telemonitoring. Binnen die laatstgenoemde groepen is nog veel winst te behalen.

Het is kortom belangrijk om oog te hebben voor de kenmerken en de leefwereld van 65-plussers om te voorkomen dat een wezenlijk deel van onze bevolking niet profiteert van de gunstige ontwikkelingen die e-health met zich mee kan brengen.  Ook binnen Citrienprogramma e-health is dat natuurlijk een belangrijk aandachtspunt.

De kennis die Leonie Jonker met haar onderzoek heeft opgedaan wordt binnen het UMCG praktisch toegepast bij de implementatie van de Citrienprogramma e-health telemonitoring projecten.

Klik hier voor meer informatie over de wetenschappelijke bevindingen binnen deze onderzoekslijn.

Comments